president-directeur

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pre·si·dent-di·rec·teur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord president-directeur president-directeuren
president-directeurs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de president-directeurm

  1. de hoogste directeur binnen een organisatie die ook leiding geeft aan de andere directeuren
    • De aanstaande onthulling zorgt voor veel opwinding in de diamantwereld, stelt Benno Leeser, president-directeur van Gassan Diamonds. "Deze diamant is van de allerhoogste kwaliteit, zeer zuiver en heel zeldzaam in z'n soort." De steen - geslepen als briljant - heeft een blauw-witte kleur, in de diamantwereld aangeduid als River-D. Volgens Leeser is dit de 'allerhoogste kleur' en ook dat maakt de steen tot een uniek exemplaar. [1] 
    • Roger van Boxtel is vanaf augustus tijdelijk president-directeur van de Nederlandse Spoorwegen.<ref>NRC 7 juli 2015/ref> 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Tubantia Barbara de Jong 28 september 2017