• pre·sa
enkelvoud meervoud
presa presas

presa v

  1. het te pakken krijgen, het vangen
  2. (waterbeheer) dam, waterkering, stuwdam
  3. prooi, buit, vangst
  4. arrestant, gedestineerde, gevangene
  5. (scheepvaart) een gekaapt schip
  • [1]: ser presa del terror
in paniek raken
  • [3]: hacer una presa
  • [3]: hacer una presa (un ave de presa)
een prooi slaan (door een roofvogel)
  • [3]: animal de presa
  • [3]: ave de presa
  • [4]: presa política
politiek gevangene

presa

  1. vrouwelijk enkelvoud van preso


  • pre·sa

presa

  1. genitief enkelvoud van preso
  2. nominatief meervoud van preso
  3. accusatief meervoud van preso
  4. vocatief meervoud van preso