precieus
Niet te verwarren met: precies |
- pre·ci·eus
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘gekunsteld’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1910 [1]
- afgeleid van het Franse précieux (met het achtervoegsel -eus) [2] [3]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | precieus | precieuzer | precieust |
verbogen | precieuze | precieuzere | precieuste |
partitief | precieus | precieuzers | - |
precieus
- nauwkeurig, verfijnd
- De schrijver beschrijft op precieuze wijze de voorwerpen.
- (verouderd) kostbaar
- (pejoratief) bekakt, gemaakt deftig, overdreven fijnzinnig
- Het woord precieus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "precieus" herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ "precieus" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ precieus op website: Etymologiebank.nl
- ↑ J. Bernlef, Buiten is het maandag
- ↑ S. Carmiggelt, Duiven melken & Alle orgels slapen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be