prachtmot
- (IPA in voorbereiding)
- pracht·mot
- samenstelling van pracht zn en mot zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | prachtmot | prachtmotten |
verkleinwoord | prachtmotje | prachtmotjes |
- (vlinders) Oncocera semirubella een nachtvlinder uit de familie Pyralidae, de snuitmotten. De spanwijdte van de vlinder bedraagt tussen de 26 en 30 millimeter. De soort overwintert als rups
- Het woord 'prachtmot' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.