prachtmotten
- (IPA in voorbereiding)
- pracht·mot·ten
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | prachtmotten | |
verkleinwoord |
de prachtmotten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord prachtmot
- meervoudsvorm als officiële benaming (vlinders) Cosmopterigidae een familie van kleine vlinders in de superfamilie Gelechioidea . De larven van bijna alle soorten zijn bladmineerders. Wereldwijd komen zo'n 1800 soorten voor, waarvan in Nederland en België 11 soorten bekend zijn of waren
- [2] vlinders, insecten, zespotigen, geleedpotigen, dieren
- [2] allesvretend prachtmotje, Aziatisch prachtmotje, duinviooltjesmot, gele rietprachtmot, glaskruidprachtmot, hondsviooltjesmot, hopprachtmot, kleine viooltjesmot, lisdoddeveertje, wegedoornknopmot, wegedoorntwijgmot, zwarte rietprachtmot
- Het woord 'prachtmotten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.