motten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mot·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
motten |
motte |
gemot |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
- onpersoonlijk (informeel) motregenen
- overgankelijk (landbouw) bestrooien met fijne veenachtige grond als meststof
Verwante begrippen
Zelfstandig naamwoord
de motten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord mot
Werkwoord
vervoeging van |
---|
motten |
motten
- meervoud verleden tijd van motten
- Wij motten.
- Jullie motten.
- Zij motten.
- Wij motten.
Gangbaarheid
- Het woord motten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "motten" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[5] |
Verwijzingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Nedersaksisch
Werkwoord
motten
Veluws
Werkwoord
motten