prší

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /pr̩ʃiː/
• Geluid:  prší    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• pr·ší

Zelfstandig naamwoord

prší o

1. (kaartspel) pesten

Verbuiging

	enkelvoud	meervoud
nominatief	prší	prší
genitief	prší	prší
datief	prší	prším
accusatief	prší	prší
vocatief	prší	prší
locatief	prší	prších
instrumentalis	prším	pršími

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Werkwoord

prší

1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord pršet
2. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord pršet