polymorf
- po·ly·morf
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | polymorf | polymorfer | polymorfst |
verbogen | polymorfe | polymorfere | polymorfste |
partitief | polymorfs | polymorfers | - |
polymorf
- in meer dan een vorm binnen dezelfde groep voorkomend
- Die jongen heeft last van polymorfe lichteruptie.
1. in meer dan een vorm binnen dezelfde groep voorkomend
- Het woord polymorf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "polymorf" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ polymorf op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be