poezig
- poe·zig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | poezig | poeziger | poezigst |
verbogen | poezige | poezigere | poezigste |
partitief | poezigs | poezigers | - |
poezig [1]
- lijkend op een poes
- Zo zag een dichteres eruit:
een poezig zusje dat onthecht
haar breekbare gedichten zegt
over gevoelens, een geluid [2]
- Zo zag een dichteres eruit:
- Het woord poezig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "poezig" herkend door:
71 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Arjaan van Nimwegen De Tweede Ronde. Jaargang 18 Vier gedichten Arjaan van Nimwegen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be