Nederlands

 
1. Een kleine pluvier Charadrius dubius  .
Uitspraak
Woordafbreking
  • plu·vier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pluvier pluvieren
verkleinwoord pluviertje pluviertjes

Zelfstandig naamwoord

de pluvierv / m

  1. (steltloperachtigen) benaming voor alle vogels uit de geslacht Charadrius  , vrij gedrongen steltlopers met een korte nek en lange, meestal puntige vleugels
  2. (steltloperachtigen) benaming voor sommige steltlopers, orde Charadriiformes   buiten het geslacht Charadrius   die daarop lijken
Synoniemen
  • plevier (gangbare vorm in de nomenclatuur)
Hyperoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
   1. zie: plevier   

Gangbaarheid

50 % van de Nederlanders;
44 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen