plug-in
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- plug-in
Woordherkomst en -opbouw
- van het Engels (samenkoppeling) van plug en in [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | plug-in | plug-ins |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
plug-in m
- (informatica) aanvulling op een computerprogramma
- Door de plug-in te installeren kon ik naar PDF afdrukken.
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord plug-in staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "plug-in" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ plug-in op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be