plenair
- ple·nair
- van middeleeuws Latijn plenarius met het achtervoegsel -air, in de betekenis van ‘voltallig’ voor het eerst aangetroffen in 1844 [1] [2] [3]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | plenair | plenairder | plenairst |
verbogen | plenaire | plenairdere | plenairste |
partitief | plenairs | plenairders | - |
plenair
- in aanwezigheid van allen
- Het congres wordt besloten met een plenaire vergadering.
- Spottend neemt het gezelschap plenair de gezondheidsgekte van Californië door - altijd weer slaaa!, de voor David te luide kutmuziek die uit de boxen komt, de geldgeilheid in de commerciële kunstwereld, om toch weer euforisch te landen bij de obsessieve aandrang van die westkust-piepeltjes om een coach in te huren om gezond te leven. [4]
1. in aanwezigheid van allen
- Het woord plenair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "plenair" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ plenair op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "plenair" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ de Volkskrant John Schoorl25 februari 2019 81-jarige kunstenaar David Hockney woont in Los Angeles met zijn entourage en komt de dag door met heel veel sigaretten, maar zonder alcohol
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be