Nederlands

 
plakstift
Uitspraak
Woordafbreking
  • plak·stift
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord plakstift plakstiften
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de plakstiftv / m

  1. een stift voor het aanelkaar lijmen van bijvoorbeeld papier of (dun) karton
     Na het gefröbel met schaar en plakstift gebeurde er niets.[1]
     Een beveiliger had echter alles gezien en droeg het stel over aan de politie. Het stel had vooraf een rol plakband, plakstift en een mesje meegenomen om de prijzen te verwisselen. Ze werden aangehouden en kregen op het politiebureau een proces-verbaal.[2]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij  , ISBN 9789023467014
  2.   Weblink bron “Stel verwisselt prijsjes” (22 juni 2009), Reformatorisch Dagblad