Nederlands

 
Pindaworm
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • pin·da·wor·men
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pindawormen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de pindawormenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord pindaworm
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (wormen) een stam Sipuncula   van het dierenrijk die ongeveer 330 soorten telt. (Sipuncula komt van het Latijn sipunculus (siphunculus) = buisje, pijpje)
Synoniemen
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie