• pik·hou·weel
  • Samenstelling van het verouderde pik (puntig ijzer) en houweel
enkelvoud meervoud
naamwoord pikhouweel pikhouwelen
verkleinwoord pikhouweeltje pikhouweeltjes

het pikhouweelo

  1. hakwerktuig met steel, voorzien van een punt aan de ene zijde en een beitelachtige voorziening aan de andere zijde
    • Kan je me het pikhouweel even aangeven? Ik krijg deze steen niet los. 
96 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be