Een open pijnappel.
  • pijn·ap·pel
enkelvoud meervoud
naamwoord pijnappel pijnappels
pijnappelen
verkleinwoord pijnappeltje pijnappeltjes

de pijnappelm

  1. een houtige zaaddoos van een aantal naaldbomen
    • Een pijnappel gaat open als de omstandigheden gunstig zijn om zijn zaden te laten vallen.