Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pie·ter·man
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstelling van  Pieter en  en  man zn  [1] [2]
    • [1] in de betekenis van ‘beenvis’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1599 [3]
    • [2] in de betekenis van ‘gulden’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1906 [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord pieterman pietermannen
verkleinwoord pietermannetje pietermannetjes

Zelfstandig naamwoord

de pietermanm

  1. (straalvinnigen) benaming voor stekelige zeevissen uit de familie Trachinidae   uit de groep van de baarsachtigen
  2. (informeel) gulden
  3. knecht van Sinterklaas
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

86 % van de Nederlanders;
71 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen