pianospeler
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pianospeler (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pi·a·no·spe·ler
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van piano en speler
- Naamwoord van handeling van pianospelen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pianospeler | pianospelers |
verkleinwoord | pianospelertje | pianospelertjes |
Zelfstandig naamwoord
de pianospeler m
- (muziek) (beroep) pianist Iemand die (als beroep) een piano bespeelt.
- Veel componisten, zoals bijvoorbeeld Wolfgang Amadeus Mozart, waren ook pianospeler.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord pianospeler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.