• pi·a·no·spe·ler
enkelvoud meervoud
naamwoord pianospeler pianospelers
verkleinwoord pianospelertje pianospelertjes

de pianospelerm

  1. (muziek) (beroep) pianist Iemand die (als beroep) een piano bespeelt.
    • Veel componisten, zoals bijvoorbeeld Wolfgang Amadeus Mozart, waren ook pianospeler.