pianoleraar
- Geluid: pianoleraar (hulp, bestand)
- pi·a·no·le·raar
- samenstelling van piano en leraar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pianoleraar | pianoleraars pianoleraren |
verkleinwoord | pianoleraartje | pianoleraartjes |
de pianoleraar m
- Het woord pianoleraar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.