persoonsnummer

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  persoonsnummer    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• per·soons·num·mer

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  persoon  en  nummer  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	persoonsnummer	persoonsnummers
verkleinwoord	persoonsnummertje	persoonsnummertjes

Zelfstandig naamwoord

het persoonsnummer o

1. (informatica) nummer of code waarmee een persoon geregistreerd wordt in een administratiesysteem

Verwante begrippen

• burgerservicenummer

Vertalingen

    1.   

Engels: personal number (en)

Gangbaarheid

• Het woord persoonsnummer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.