• per·cep·tie
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘waarneming’ voor het eerst aangetroffen in 1603 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord perceptie percepties
verkleinwoord - -

de perceptiev

  1. waarneming (door een van de zintuigen)
96 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]