registratie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·gis·tra·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord registratie registraties
verkleinwoord registratietje registratietjes

Zelfstandig naamwoord

registratie v

  1. het registreren
  2. het opnemen, vastleggen
  3. het bedienen van orgelregisters
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be