• re·gis·tre·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
registreren
registreerde
geregistreerd
zwak -d volledig

registreren [2]

  1. overgankelijk vastleggen in een register
    • Zij zijn als samenwonend geregistreerd. 
     Toch vindt een groep behandelaars dat de NZa te ver gaat. "Mensen weten niet dat hun psychiater of psycholoog nu moet registreren wat hun seksuele problemen zijn, hoe erg hun verslaving is of aan welke stoornis ze lijden en dat al die gegevens uiteindelijk bij de NZa belanden", zegt psychiater en juriste Cobie Groenendijk tegen Trouw.[3]
  2. (meten en) vastleggen met behulp van een instrument
    • Een seismograaf registreert aardbevingen. 
    • De tocht hoort bij de langste tochten door poolvossen die ooit geregistreerd zijn. De topsnelheid van 155 kilometer per dag is volgens Fuglei de hoogste ooit gemeten. Het was vooral die hoge snelheid die de onderzoekers verbaasde. [4] 
  3. in de geest vastleggen
    • hij registreerde wat zich in zijn directe omgeving voordeed 
  4. de registers toepassen van (een orgel)
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[5]
  1. Wiktionnaire
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3.   Weblink bron “Kritiek op verplicht aanleveren van informatie ggz-patiënt bij toezichthouder” (21-7-2022), NOS
  4. Tubantia Kees Graafland 02-07-19 Poolvos doet het onmogelijke: loopt in recordtijd van Noorwegen naar Canada
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be