registratiekantoor
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·gis·tra·tie·kan·toor
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van registratie zn en kantoor zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | registratiekantoor | registratiekantoren |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het registratiekantoor o
- gebouw waar bureaucraten zaken registreren
Gangbaarheid
- Het woord registratiekantoor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.