registratieplicht
- re·gis·tra·tie·plicht
- samenstelling van registratie zn en plicht zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | registratieplicht | registratieplichten |
verkleinwoord |
- verplichting om zich in een register op te laten nemen
- ▸ De politie pleit voor een registratieplicht en een algemeen registratieregister, zodat het voor criminelen lastiger wordt een boot aan te schaffen met zwart geld.[2]
- ▸ In steden als Amsterdam leidt de verhuur aan toeristen op sommige plekken tot overlast. Ook houden verhuurders zich niet aan het maximum van 60 dagen per jaar dat in Amsterdam geldt, maar verhuren ze het hele jaar door aan toeristen. De registratieplicht houdt in dat een registratienummer zichtbaar moet zijn bij de online advertentie van een verhuurder. Wanneer de maatregel wordt ingevoerd is nog niet duidelijk.[3]
- Het woord registratieplicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“'Criminelen wassen steeds vaker geld wit met luxe boten'” (Maandag 2 juli 2018, 08:06), NOS
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“Landelijke registratieplicht voor Airbnb in de maak” (Woensdag 26 september 2018, 11:08), NOS