parentaal
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pa·ren·taal
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | parentaal | parentaler | parentaalst |
verbogen | parentale | parentalere | parentaalste |
partitief | parentaals | parentalers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
parentaal
- (familie) betrekking hebbend op een ouder of meerdere ouders
- ▸ Een parentale burn-out komt vaker voor bij vrouwen en is anders dan de ‘gewone’ burn-out, vaak veroorzaakt door stress. .[1]
Synoniemen
Vertalingen
1. betrekking hebbend op een ouder of meerdere ouders
Gangbaarheid
- Het woord parentaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 20 januari 2017 “Nieuw fenomeen: 1 op de 10 ouders kampt met een parentale burn-out”, Ouders van Nu