parasolden
- Geluid: parasolden (hulp, bestand)
- pa·ra·sol·den
- samenstelling van parasol en den
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | parasolden | parasoldennen |
verkleinwoord | parasoldennetje | parasoldennetjes |
de parasolden m
- (coniferen) bepaald soort naaldboom, Pinus pinea , uit de dennenfamilie (Pinaceae )
- Het woord 'parasolden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.