papier-maché
- pa·pier-ma·ché
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘deeg van papierafval met lijm’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- (samenkoppeling) van papier en maché [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | papier-maché | - |
verkleinwoord | - | - |
het papier-maché o
- bouwmateriaal dat gemaakt wordt door papier te vermengen met natte lijm
- Van papier-maché, hout en ijzerdraad werd een praalwagen gebouwd.
1. bouwmateriaal dat gemaakt wordt door papier te vermengen met natte lijm
stellend | |
---|---|
onverbogen | (alleen attributief) |
verbogen | papier-maché |
papier-maché
- van papier-maché gemaakt
- Er is een tentoonstelling van papier-maché maskers.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord papier-maché staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.