pantserjuffers
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- pant·ser·juf·fers
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pantser zn en juffers zn
- pantserjuffer zn met de uitgang -s
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pantserjuffers | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de pantserjuffers mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord pantserjuffer
- meervoudsvorm als officiële benaming (libellen) Lestidae een kleine kosmopolitische familie van libellen uit de onderorde der juffers (Zygoptera)
- meervoudsvorm als officiële benaming (libellen) Lestes een geslacht van libellen (Odonata) uit bovenstaande familie. De wetenschappelijke naam van het geslacht werd in 1815 voorgesteld door William Elford Leach. Leach wees geen typesoort aan en noemde geen namen van soorten die hij in het geslacht plaatste. In 1890 wees William Forsell Kirby Agrion sponsa Hansemann, 1823 als type aan
Hyperoniemen
Hyponiemen
- [2] bruine winterjuffer, houtpantserjuffer, houtpantserjuffers, noordse winterjuffer, oostelijke houtpantserjuffer, turkestaanse winterjuffer, winterjuffers
- [3] gewone pantserjuffer, grote pantserjuffer, late pantserjuffer, tangpantserjuffer, tengere pantserjuffer, zwervende pantserjuffer
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'pantserjuffers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.