paladijn
- pa·la·dijn
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘ridderlijke beschermer, aanhanger’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1869 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | paladijn | paladijnen |
verkleinwoord | paladijntje | paladijntjes |
de paladijn m
- een slaafse aanhanger
- (geschiedenis) een ridder of hofdienaar
- (geschiedenis), (religie) de hoogste ambtenaar in dienst van de paus in de Middeleeuwen
- Betekenis 1 is ontstaan door figuurlijk gebruik van de oorspronkelijke betekenissen en thans de hoofdbetekenis geworden.
2. een ridder of hofdienaar
- Het woord paladijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "paladijn" herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "paladijn" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be