pacifistisch
- pa·ci·fis·tisch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | pacifistisch | pacifistischer | |
verbogen | pacifistische | pacifistischere | |
partitief | pacifistisch | pacifistischers | - |
pacifistisch [1]
- wereldbeschouwing die duurzame vrede nastreeft en tegen oorlog en geweld is
- Een onderzoeker van de universiteit van het landleger in Madison wordt gedood door een bom die geplaatst wordt door militanten die zich pacifistisch noemen. [2]
- In het vroegere christelijke Europa hebben we als christenen oorlog en wapens geaccepteerd. Slechts een doperse minderheid was pacifistisch. Heeft de christelijke meerderheid echter wel het waarheidsmoment daarvan gepeild? [3]
- Het woord pacifistisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pacifistisch" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia Anneleen De Vel 16-04-13 Belangrijkste dodelijke explosies in VS sinds 1970
- ↑ Reformatorisch Dagblad dr. Hans Burger 14-06-2016 Theologenblog (Hans Burger): Dubbel gevoel bij Luchtmachtdagen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be