paardenliefhebber
- paar·den·lief·heb·ber
- samenstelling van paard zn en liefhebber zn met het invoegsel -en- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | paardenliefhebber | paardenliefhebbers |
verkleinwoord |
de paardenliefhebber m
- (paardrijden) iemand veel plezier beleeft aan de paardensport
- ▸ Hij was een hartstochtelijk paardenliefhebber.[2]
- ▸ Jacob Melissen, paardenliefhebber en bedenker van het Springpaarden Fonds Nederland (SNF), ziet het allemaal met lede ogen aan. "We zijn in Nederland de beste fokkers ter wereld. Maar we zien ook steeds dat de beste paarden verkocht worden omdat het grote geld hier niet zit."[3]
- ▸ De koningin, die bekendstaat als groot paardenliefhebber, genoot zichtbaar van het evenement, zeker toen er op het hoogtepunt van de show dieren uit haar eigen stoeterij voorbij werden geleid. Met een deken over haar benen en een sjaal om volgde ze de show aandachtig en knikte ze soms instemmend bij alle lof.[4]
1. iemand veel plezier beleeft aan de paardensport
- Het woord paardenliefhebber staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Anna Karenina” (1877), G.A. van Oorschot , ISBN 9789028276062
- ↑ Weblink bron “Schröder hoopt op een wonder” (03-04-2014), NOS
- ↑ Weblink bron “Queen Elizabeth geniet zichtbaar van paardenshow” (16 mei 2022), NOS