overnachten
- Geluid: overnachten (hulp, bestand)
- IPA: / ˌovərˈnɑxtə(n) / (4 lettergrepen)
- over·nach·ten
- samenstellende afleiding van over (bijwoord) en nacht (zelfstandig naamwoord) met het achtervoegsel -en dat een (werkwoord) vormt[1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
overnachten |
overnachtte |
overnacht |
zwak -t | volledig |
overnachten
- inergatief ergens de nacht doorbrengen
- Als we niet snel vertrekken zullen we hier moeten blijven overnachten.
- ▸ Napoleon gaf de Route Nationale 7 haar naam. Hij maakte zelf ook gebruik van de weg. Zo overnachtte hij in de Auberge de la Teste Noire in Saint-Symphorien-de-Lay, net als Frans I, Rousseau en Rabelais. Het gebouw is niet meer in gebruik als herberg. In 1814 sliep Napoleon op weg naar Elba in het Relais de l'Empereur in Montélimar. Dat hotel is een paar jaar geleden gesloten. Volgens Trip Advisor stond het de laatste jaren bekend om zijn stoffige kamers, deplorabele ontvangst en gesloten restaurant.[2]
- ▸ ‘Ik woon in Maastricht en werk in Den Haag. Gisteren hadden we tot laat een vergadering in Utrecht en daarna heb ik in een hotel overnacht. Nu wil ik naar huis. Dat kan gelukkig gewoon, ondanks de genomen maatregelen, de treinen rijden.[3]
1. ergens de nacht doorbrengen
- Het woord overnachten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "overnachten" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Peter Giesen“Route Nationale 7, leuker dan de Route du Soleil” (30 juli 2014), de Volkskrant
- ↑ Weblink bron Charlotte Huisman“Wie neemt er nog de trein op een stil Utrecht Centraal?” (13 maart 2020), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be