overnachtte
- Geluid: overnachtte (hulp, bestand)
- over·nacht·te
vervoeging van |
---|
overnachten |
overnachtte
- enkelvoud verleden tijd van overnachten
- Ik overnachtte.
- Jij overnachtte.
- Hij, zij, het overnachtte.
- Ik overnachtte.
- Het woord overnachtte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.