Karel Egon zu Fürstenberg II in het ornaat van een ridder in de Orde van het Gulden Vlies
  • or·naat
enkelvoud meervoud
naamwoord ornaat -
verkleinwoord

het ornaato

  1. de kleding die bij een ambt of waardigheid behoort (bijvoorbeeld het ornaat van een ridderorde of een koningschap)
  • In vol ornaat
92 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[3]