opzettelijk
- Geluid: opzettelijk (hulp, bestand)
- op·zet·te·lijk
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | opzettelijk | opzettelijker | opzettelijkst |
verbogen | opzettelijke | opzettelijkere | opzettelijkste |
partitief | opzettelijks | opzettelijkers | - |
opzettelijk
- bewust op deze manier
- De leraar maakte een opzettelijke fout op het bord om te kijken of de leerlingen nog wakker waren.
- Volgens de Twentse pastoor onderscheidt de christelijke gemeenschap op Sri Lanka zich door hun sterk verzoenende houding jegens andere religies. „Ze vormen slechts een kleine minderheid, - zo’n zeven procent van de bevolking- maar zijn zeer verdraagzaam. Zo heb ik het meegemaakt dat tijdens een misviering de buren van het boeddhistische gebedshuis opzettelijk lawaai begonnen te maken om het geluid van biddende christenen te overstemmen. Ik heb bewondering voor hun lankmoedigheid.” [1]
opzettelijk
- bewust op deze manier
- Hij is opzettelijk niet naar zijn werk gegaan.
1. bewust op deze manier
- Het woord opzettelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opzettelijk" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Tubantia Herman Haverkate 21-04-19 Twentse pastoor Marc Oortman leeft mee met zijn vrienden op Sri Lanka
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be