oproermaker
- Geluid: oproermaker (hulp, bestand)
- op·roer·ma·ker
- samenstelling van oproer zn en maker zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oproermaker | oproermakers |
verkleinwoord |
- (politiek) persoon die in opstand komt tegen het bevoegde gezag
- ▸ Het Israëlische leger heeft in een schriftelijke verklaring laten weten dat 'de rubberkogel die de camera van de journalist raakte terwijl hij zich in de nabijheid bevond van gewelddadige oproermakers, niet doelbewust naar hem geschoten was.'[2]
- ▸ Tijdens de negende opeenvolgende nacht van geweld in Franse steden, in de nacht van vrijdag op zaterdag, werden in totaal bijna negenhonderd wagens in brand gestoken en pakte de politie 253 verdachten op. De regering is vast van plan de zwaarste crisis, die ze sinds het aantreden in juni doormaakt, het hoofd te bieden. "De regering is vastberaden om het geweld te bestrijden", zei minister van Binnenlandse Zaken Nicolas Sarkozy zaterdag na de crisisvergadering. Sarkozy ligt zwaar onder vuur omdat hij enkele maanden geleden aankondigde dat hij de Parijse voorstedelijke regio zou schoonmaken met een hogedrukreiniger. Tijdens de rellen noemde hij de oproermakers "uitschot". (ful)[3]
- oproerkraaier, opstandeling, muiter, muitmaker, verzetsstrijder, aanstoker, ophitser, revolutionair, volksmenner, agitator, rebel, ochlocraat
- Het woord oproermaker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “'Leger Israël neemt journalisten op de korrel'” (13 december 0002), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Ruim zeshonderd Fransen houden mars tegen rellen” (Zaterdag 5 november 2005 om 00:00), De Standaard