opossum
- opos·sum
- van Engels opossum, in de betekenis van ‘buideldier’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1662 [1] [2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | opossum | opossums |
verkleinwoord | - | - |
de opossum m
- (buideldieren) benaming voor zoogdieren uit de familie Didelphidae , die voorkomen in Amerika
- (materiaalkunde) bont van de buidelrat
- aeneasrat, alstondwergbuidelrat, Boliviaanse slanke buidelrat, derbywolhaarbuidelrat, dikstaartbuidelrat, gekraagde wolhaarbuidelrat, gele wolhaarbuidelrat, gestreepte buidelspitsmuis, grauwe dwergbuidelrat, grijze dwergbuidelrat, grijze vieroogbuidelrat, Handleys slanke dwergbuidelrat, huisbuidelspitsmuis, kaalstaartbuidelrat, kortstaartopossum, Mexicaanse dwergbuidelrat, Patagonische buidelrat, pluimstaartbuidelrat, rode wolhaarbuidelrat, sierlijke buidelrat, Virginiaanse opossum, vosrode dwergbuidelrat, wateropossum, Zuid-Amerikaanse opossum, zuidelijke opossum, zwarte vieroogbuidelrat
1.
- Het woord opossum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opossum" herkend door:
67 % | van de Nederlanders; |
59 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "opossum" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ opossum op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be