Nederlands

 
1. Een Midden-Amerikaanse opossum Didelphis marsupialis  
Uitspraak
Woordafbreking
  • opos·sum
Woordherkomst en -opbouw
  • van Engels opossum, in de betekenis van ‘buideldier’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1662 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord opossum opossums
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

opossum m [3]

  1. (buideldieren) benaming voor zoogdieren uit de familie Didelphidae  , die voorkomen in Amerika
  2. (materiaalkunde) bont van de buidelrat
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

67 % van de Nederlanders;
59 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen