ophelpen
- op·hel·pen
- samenstelling van op bw en helpen ww
ophelpen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ophelpen |
hielp op |
opgeholpen |
klasse 3 | volledig |
- iemand bijstaan bij opstaan
- Hij hielp de gevallen oude vrouw op.
- iemand helpen bij het optillen
1.
- Het woord 'ophelpen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ophelpen" herkend door:
55 % | van de Nederlanders; |
52 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be