opgelost
- op·ge·lost
- vervoeging van oplossen: voltooid deelwoord
vervoeging van: | oplossen… |
verbogen vorm: | opgeloste |
opgelost
- voltooid deelwoord van oplossen
stellend | |
---|---|
onverbogen | opgelost |
verbogen | opgeloste |
partitief | opgelosts |
opgelost
- tot een goed einde gebracht, van een correcte uitkomst voorzien
- Omdat "-stst" moeilijk is uit te spreken en te verstaan kan voor de overtreffende trap beter de omschrijving met meest worden gebruikt. [1] [2]
- Het woord opgelost staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“6.4.3.1.2 Omschrijving van de trappen van vergelijking met meer en meest.” (januari 2019), punt 4 op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Omschreven trappen van vergelijking (algemeen)”, punt 3. op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)