Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • niet-op·ge·lost
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen niet-opgelost
verbogen niet-opgeloste
partitief niet-opgelosts

Bijvoeglijk naamwoord

niet-opgelost

  1. waarvan de oplossing nog niet gevonden is
    • Die niet-opgeloste moord brengt nog steeds de gemoederen in beroering. 
Antoniemen

Gangbaarheid