• op·dracht·ne·mer
  • Samenstellende afleiding van opdracht en de stam van nemen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord opdrachtnemer opdrachtnemers
verkleinwoord

de opdrachtnemerm

  1. een rechtspersoon die tegen een vergoeding goederen of diensten levert aan de opdrachtgever
    • De gemeenten hebben de instellingen niet duidelijk gemaakt hoeveel kinderen in hun regio eigenlijk zorg nodig hadden, en welke zorg het betrof. Dat maakte deelnemen aan deze aanbesteding ongewis. Ook benadrukte de rechter dat zelfs het huidige, hogere jeugdzorgbudget al tot wachtlijsten leidt, laat staan het voorziene budget van een kwart minder. „De risicoverdeling tussen gemeenten en opdrachtnemer is onvoldoende evenwichtig geregeld”, aldus de rechter. [1] 
  1. Ingmar Vriesema NRC 5 oktober 2016