Nederlands

 
oorknop
Uitspraak
Woordafbreking
  • oor·knop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oorknop oorknoppen
verkleinwoord oorknopje oorknopjes

Zelfstandig naamwoord

de oorknopm

  1. bolvormig oorsieraad dat met een pin door een gaatje in het oorlelletje wordt gestoken
    • De twee Achterhoekers visten de sok op in de Baakse Beek. Er bleken oorknopjes, een armband, een hanger en zes vorkjes in te zitten. [2] 
    • Volgens de politie woog de vrouw 71 kilo, was ze 1,70 meter lang en had ze bruingroene ogen. Ze droeg een donkerblauwe broek, een T-shirt met meerdere kleuren, een gouden ring en gouden oorknopjes. Ze had geen schoenen aan. [3] 
    • Mensen die zilveren oorknoopjes van het merk Azzurino hebben gekocht, moeten deze niet meer dragen. In het staafje van de oorbellen met het nummer TFC02-40 zit een te hoog gehalte nikkel. Dit kan schadelijk zijn voor de gezondheid, meldde de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) vrijdag. [4] 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

91 % van de Nederlanders;
77 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen