• on·ver·sne·den
stellend
onverbogen onversneden
verbogen

onversneden [1]

  1. (drinken) van een drank: zonder menging met vloeistoffen van mindere kwaliteit
  2. zonder dat er ook maar iets anders bij zit om het te verdunnen
     Langzaam drongen haar woorden tot hem door. 'Catharina, liefste, het is mooi nieuws. Kijk me eens aan.'Hij tilde haar kin op. De blik in haar ogen was er een van onversneden woede.[2]
     Het eerste onversneden populistische kabinet is in West-Europa een feit: Italië heeft een nieuwe regering. Na wekenlang getouwtrek tussen de grootste partijen en de president.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Carla de Jong
    “Geheim leven” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026346132
  3.   Weblink bron “'Noord-Europa moet de Italianen een beetje solidariteit tonen'” (01-06-2018), NOS