• on·ver·dund
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen onverdund onverdunder onverdundst
verbogen onverdunde onverdundere onverdundste
partitief onverdunds onverdunders -

onverdund

  1. van vloeistoffen: niet vermengd met een andere vloeistof; niet aangelengd (ook figuurlijk)
    • Dat verklaart het succes van het populisme. Na de dood van de ideologie kwam de kiezer ertoe om politiek en samenleving te verdelen in enerzijds ‘het volk’ dat de onverdunde vertegenwoordiging van ‘de volkswil’ verlangt en anderzijds een ‘corrupte elite’ die met diezelfde ‘volkswil’ de meest rare en onvoorspelbare kunsten uithaalt. Dat mag politieke paranoia lijken, maar het populisme stelt belangrijke dingen aan de orde. Zoals: wat is nationale identiteit, is er nog ruimte voor een ‘nationaal thuis’ in een globaliserende wereldorde? Welke bescherming kan en moet de natiestaat bieden tegen ongewenste sociale, culturele en economische invloeden van buiten? Waar liggen de grenzen van gelijke behandeling en van vrijheid van meningsuiting? Hele goeie vragen. [1] 
    • Geroutineerd boorde hij de naald in mijn armspier, waarop een felle pijn volgde. ‘Klaar’, zei de jongen in de witte jas en gaf me het flesje verdunner ongeopend terug. Hij had het serum onverdund ingespoten. ‘Zo doen we dat hier’, mompelde hij, waarna hij meteen de kamer uitsnelde. Op dat moment schaamde ik me rot voor mijn kleine leed, dat het in de verste verte niet haalde bij alle drama’s die zich in dat ziekenhuis hadden afgespeeld. [2] 
  2. van een vast object: niet dunner gemaakt
99 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[3]
  1. NRC 27 januari 2017
  2. NRC Renée Postma 15 maart 2013
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be