• ont·wen·nings·kuur
enkelvoud meervoud
naamwoord ontwenningskuur ontwenningskuren
verkleinwoord

de ontwenningskuurv / m

  1. (medisch) een behandeling die als doel heeft dat de patiënt niet meer verslaafd is aan een bepaald middel
    • Zijn privéleven verkeerde al in zwaar weer. Acht jaar geleden hertrouwde Van C. Steevast bewierookte hij zijn herwonnen geluk. Zijn tweede vrouw stond aan zijn zijde toen hij in 2012 op bevel van Bart De Wever een peperdure ontwenningskuur boekte. Maar een jaar geleden ging het koppel uit elkaar. Van C. bokste twee jaar als therapie tegen het opspelende verlangen. Uiteindelijk sloeg de drank hem knock-out. [1] 
    • We weten het, en veel van ons snakken naar een ontwenningskuur, en toch laten we ons nog steeds en vrij massaal in de Facebook-mal duwen. Ligt er misschien een nóg dieper menselijk verlangen ten grondslag aan de opmars van het geglobaliseerde gezichtenboek? [2] 
  1. de Standaard DONDERDAG 30 MAART 2017
  2. Volkskrant Hans Schnitzler is filosoof en auteur van Het digitale proletariaat. 26 juni 2015