• ont·luis·te·ren

ontluisteren

  1. overgankelijk van luister of aanzien beroven
    • Het incident ontluisterde gans de feestviering. 
92 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be