ontilbaar
- on·til·baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ontilbaar | ontilbaarder | ontilbaarst |
verbogen | ontilbare | ontilbaardere | ontilbaarste |
partitief | ontilbaars | ontilbaarders | - |
ontilbaar [1]
- zo groot of zwaar dat het niet (door mensen) te tillen is
- Eigenlijk zijn de mannen en vrouwen van de krachtsporten – in Athene goed voor veel dopinggevallen – bij voorbaat `vrijgesteld'. Het publiek eist onmogelijke afstanden met de geslingerde kogel, ontilbare halters boven het hoofd. Dat vraagt om een pil en een spuit. Hoe kom je anders aan een medaille? [2]
- Het hospitaal kreeg een keuken met een groot ijzeren fornuis: ontilbaar – en toch lukte het. Voorts een badruimte met een oude badkuip. Later werd in onderdelen een kleine centrale aangevoerd. Elektriciteit kon daarmee op waterkracht worden opgewekt. [3]
- (figuurlijk) emotioneel te zwaar om te dragen
- Of Greg Osby ooit het evenwicht zal vinden tussen onverdraaglijk licht en ontilbaar zwaar moet maar rustig worden afgewacht: hij is tenslotte pas veertig geworden en ook in de jazzmuziek wordt men tegenwoordig oud. [4]
- [2] ondragelijk, ondraaglijk
- Het woord ontilbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ontilbaar" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Wilfried de Jong 30 augustus 2004 Puinpoeier
- ↑ NRC F. Molhuysen 6 april 2001 Het onvindbare hospitaal
- ↑ NRC Frans van Leeuwen 25 november 2000 Greg Osby is een anti-clown
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be