onterving
- ont·er·ving
- Naamwoord van handeling van onterven met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onterving | ontervingen |
verkleinwoord |
de onterving v
- het niet meer mogen meedelen in de nalatenschap van iemand
- Maar als je het als kind nu eens niet eens bent met de onterving zelf en dus een volledig kindsdeel wilt opeisen, hoe pak je dat dan aan en op welke informatie heb je in dat geval recht? [2]
- Voor Sofia, die zelf nauw betrokken was bij de totstandkoming van Tolstoj's meesterwerken, is dit een klap in het gezicht. Zij ziet het als een onterving. En belangrijker: zij ziet het als een teken dat haar man niet meer van haar houdt, ondanks een kluchtige scène waarin het 48 jaar getrouwde stel kakelend en kraaiend als kip en haan het huwelijksbed opwarmen. [3]
1.
- Het woord onterving staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onterving" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Telegraaf 19 okt. 2016 Onterfd kind en inzagerecht
- ↑ Het Parool 24 FEBRUARI 2010, The last station
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be