• on·ont·cij·fer·baar
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen onontcijferbaar onontcijferbaarder onontcijferbaarst
verbogen onontcijferbare onontcijferbaardere onontcijferbaarste
partitief onontcijferbaars onontcijferbaarders -

onontcijferbaar

  1. niet de eigenschap bezittend qua betekenis geduid te kunnen worden
    • Het Lineair A is nog altijd onontcijferbaar gebleken.